- Hof 'Christiaens' - Hof 'Van De Putte'.
In dit boerenhof trouwden Michael Christiaens en Gertrudis Heusdens "in het Jaer Onzes Heren den 14 Mey 1668"...
Volgens eerdere "ommestellingen" (belastingslijsten) was het niet mogelijk, wegens het ontbreken van een landkaart, de vroegere bezitters van de hoeve te achterhalen. Vermoedelijk werd de originele hoeve gebouwd op het eind van de 16e eeuw.
Anno 1712 staat Michael Christiaens vermeld als schepen van Zegelsem. Petrus Joannes (Pieter) Christiaens (zoon van Michael)trouwt op 17 maart 1715 met Adriana Morre. Ze krijgen 2 dochters, Maria Theresia (°1716) en Anna Catharina (°1723). Laatstgenoemde treedt in het klooster van Sion te Oudenaarde, ze overlijdt op de ouderlijke hoeve op 30 april 1802 nadat het klooster door de Franse bezetters werd opgedoekt.
Eerstgenoemde, Maria Theresia, trouwt op 9 november 1741 met Jan D'Haese; ze krijgen 5 kinderen: Petrus Jacobus (1742-1754), Joanna Catharina (°1745), Christoffel (°1748), Petrus Josephus (°1751) en Jacobus (°1754, ingetreden bij de Augustijnen te Elsegem, overleden op 28 februari 1824 als geestelijke van het bisdom Gent). Jan D'Haese overlijdt "den 26 februari 1760" en laat 4 kinderen als minderjarige wezen achter. De opsomming van "den Staet van Goed" van 8 juli 1760 laten we buiten beschouwing...
Joanna (of Maria) Catharina D'Haese trouwt op 1 april 1770 met de van Elst afkomstige Gerardus Baert; dit paar neemt de hoeve naast de pastorij over. In 1777 wordt met toestemming van de weduwe D'Haese de wettelijke verkaveling geregeld van haar goederen tussen de 4 kinderen. Het hof komt toe aan Geraert Baert - Catharina D'Haese ("behuysde ende beplante hofstede gestaen ende gelegen binnen de prochie van Segelsem aan de plaetse..."). Geraert Baert en Joanna Maria Catharina D'Haese krijgen 6 kinderen: Phillipina (°1771), Franciscus (°1773), Joannes (°1777), Carolus (°1780), Isabelle en Usmarsus (beiden jong gestorven).
Franciscus Baert trouwt met naamgenote Dorothea Baert. Hun dochter noemt Hortensia. Door het huwelijk van Hortensia Baert met Petrus Fransiscus Christiaens (St-Kornelis Horebeke 12 april 1831 - Zegelsem 5 januari 1899) komt de hoeve in bezit van laatstgenoemde familie. Ze krijgen 4 kinderen:Henri, Clementina, Celine en Charles. Henri wordt burgemeester te Segelsem en Charles is op het einde van de 19e eeuw geneesheer te Nederbrakel. Celine was gestorven op 2 november 1886 "in de ouderdom van 21 jaren en 2 maenden". Na de dood van Henri en Clementine Christiaens, beiden ongehuwd, komt de hoeve in 1936 toe aan Leon Christiaens, zoon van dokter Charles Christiaens.
Vanaf 1913 woont het echtpaar Van De Putte Theophiel (Schorisse 21-09-1869 - Seghelsem 3-04-1941) en De Vos Alida (Maarke-Kerkem 24-08-1881 - Seghelsem 5-03-1944) op de hoeve aan de Sint-Ursmarsstraat. Uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren: Oda (°1911), Martha (°1913), Remi (°1914), Maria (°1916) en Frans Van De Putte (°1922).
Na gedurende meer dan een eeuw de familie Christiaens te hebben toebehoord, koopt Remi Van De Putte "'t Hof" in 1951 van Leon Christiaens.
In maart 1989 komt "'t Hof Van De Putte" in bezit van Georges De Busscher, die de hoeve laat restaureren naar het oorspronkelijke model van de 18e eeuwse Herenhoeve in de Vlaamse Ardennen.
- Het wapenschild van Zegelsem.
Bij decreet van 8 augustus 1818 kende Koning Willem 2 een kenschetsend wapenschild toe aan Zegelsem. Het schild was van lazuur, beladen met een egge, vergezeld van een gaffel en van een hark, met in het schildhoofd een oog en in de punt een ploeg, het geheel van goud.
Op de buitengevel van 't Hof Van De Putte is vandaag nog altijd een kopie van dit wapenschild terug te vinden...
- Herman Teirlinck en Zegelsem.
Isidoor Teirlinck, vader van onze illustere Vlaamse letterkundige Herman Teirlinck (1870-1967), was afkomstig van Zegelsem. Herman, geboren te Sint-Jans-Molenbeek, verbleef om gezondheidsredenen vaak bij zijn grootouders in de Vlaamse Ardennen.
Over Zegelsem schreef Teirlinck in zijn autobiografische nota's:
"... Ik werd omwille van mijn wankele gezondheid uit het huis van mijn moeder naar het geboortehuis van mijn vader overgebracht. Dat was Zegelsem, een schamel dorp aan de rand van de gestapelde bergages..."
"... Te Brussel, in de straten en de schoolgebouwen waar ik woonde, was alles steen en muur, poort en gevangenis. Te Zegelsem was alles aarde en water, lucht, groen en ruimte. Daar heersten twee, drie rijke boeren, in wier dienst de overige bevolking stond... Ik heb te Zegelsem geleerd te leven van de simpele vruchten de aarde..."
(uit: Herman Teirlinck - Autobiografische Nota's - 1954)
In Zegelsem heeft Herman Teirlinck het platteland en de natuur van het prachtige landschap van de Vlaamse Ardennen in zich opgenomen.
Daar groeide één van zijn streekromans "Maria Speermalie, Levensgetijden op de heerlijkheid van 't Homveld" (1940).